Wat doe je in de zomervakantie met twee vijftigers, twee tienerzonen, drie wielertoeristen, waarvan één vrij fanatiek, en één alpengek, die geen vakantie heeft gehad als ze geen berg heeft gezien? Je pakt je boeltje bij elkaar en trekt tien dagen naar de Franse Alpen. Je regelt een bestelwagen met vijf zitplaatsen – het gaat over een gezin van vier – en een laadruimte waarin je een koersfiets naast de koffers kunt stouwen. En je maakt er een Tour de France-vakantie van. Dat betekent dat je even nakijkt waar je een rit van de Ronde van Frankrijk kunt zien voorbijkomen. Maar je moet er ook op letten dat je je niet vastrijdt in het circus dat de Ronde met zich meebrengt.

Ons Tour de France-programma
De dag waarop de renners van de Tour de France van Aigle naar Châtel snellen, zorgen wij dat we ’s avonds ter hoogte van Vesoul geraken. Daar checken we in in een landelijk pensionnetje in Cenans. Je leest er alles over, verder op deze pagina.
De dag nadien is het rustdag in de Tour. Voor ons de gelegenheid om door te dringen tot in Venosc, een dorp vlak bij Les Deux Alpes en Alpe d’Huez.
De volgende dag rijdt onze 19-jarige wielertoerist de Alpe d’Huez al op. Jawel, we hebben het over de fanatiekeling, wiens fiets in de kofferbak meereist.
De vierde dag van onze vakantie besteden we volledig aan de doortocht van de professionele renners van de Ronde van Frankrijk.
Dag vijf is gewijd aan het Parc national des Écrins. Hiervoor worden de wandelschoenen uit de doos gehaald.
De dag daarop is het onze rustdag. Een actieve vakantie en temperaturen die tegen de dertig graden aanleunen, vragen om een dagje luieren in Les Deux Alpes.

Na de rustdag wordt er weer gefietst. Ook voor de volgwagen is het een boeiende dag met maar liefst vier cols op het programma.
De laatste dag van ons verblijf in de Franse Alpen zoeken we het Plateau d’Emparis op. Een mooie wandeltocht naar een voor ons onbereikbaar meer.
Tot slot volgen er twee rijdagen huiswaarts. Maar wie denkt dat op deze dagen niets te beleven valt, heeft het mis.
Rust en ruimte in Cenans
De rit naar Cenans is de eerste etappe in onze Tour de France-vakantie in de Franse Alpen. Het vakantiegevoel is al onmiddellijk aanwezig.
De eerste dag van onze vakantie in de Franse Alpen bestaat uit een zes uur durende autorit naar onze tussenstop, Cenans. We vermijden de tolwegen. Dat is niet alleen goedkoper, maar ook aangenamer rijden. Het duurt uiteraard langer, maar het is vakantie: wie heeft er haast? Door een tussenstop te maken, leren we ook een ander deel van ons vakantieland kennen en dit blijkt eens te meer een succesnummer te zijn. Er blijft nog voldoende over van de dag voor een wandeling van anderhalf uur over het glooiende platteland.

Cenans is een stil, onbeduidend boerendorpje. Er is niets en toch hebben ze in Cenans een zeldzame rijkdom: rust. We hebben dan ook zeer goed geslapen in de koele, ruime kamers en de comfortabele bedden van Le Relais du Passe Heures. De gastvrouw laat ons kennismaken met tal van lokale producten en zet ons een met zorg bereid avondmaal voor. We zitten samen met de andere gasten rond een grote, ovalen tafel in de huiskamer. De grote tuin aan het riviertje staat volledig ter beschikking. Hij is bezaaid met lommerrijke appelbomen en tuin- en ligstoelen. Voor hygiëne krijgt deze vriendelijke dame ook een tien.
Morgen rijden we door naar Venosc voor het vervolg van onze Tour de France-vakantie in de Franse Alpen.
door An
0 reacties