Home ~ Je wereld ~ Schotland met zijn vieren

Uit Schotland Twee zou automatisch Schotland Drie voortvloeien. Dat was op het abrupte einde van de vorige reis wel duidelijk. Het landschap is zo rijk dat een of twee weken niet voldoende zijn om heel het land te verkennen, toch niet als je er ten volle van wilt genieten. Bovendien hebben we dan nog grote delen bewust links laten liggen, omdat ze ons minder interesseren wegens te toeristisch. De streek van Glasgow en het Lake District bijvoorbeeld zijn, naar het schijnt, heel mooi, maar de toeristische drukte, die ook kenmerkend is voor deze streek, schrikt ons af. De oostkant van Schotland rond Aberdeen, die vlakker is, trekt ons ook niet echt aan. Op de kaart zie je namelijk een veel dichter wegennet, terwijl de mager ingeplante wegen in het westen ons terecht het vermoeden geven van een ongerepter landschap. Misschien moeten we deze streken in een volgende reis toch maar eens eventjes doorklieven? En misschien dan ook eens een whisky distillery bezoeken? Misschien.

Het berglandschap van de Highlands vervlakt aan het hoofdeinde van de Schotse kaart en duikt dan klifsgewijs de zee in

Het landschap blijft echter even ruw en desolaat

Onze vorige reisformules waren af en toe spannend als het op het vinden van accommodatie aankwam, maar toch overwegend succesvol. Dit jaar gaan we dus weer voor hetzelfde. Wij, dat zijn mijn lief, ik, mijn zus, mijn jongste nichtje en dezelfde witte bestelwagen als vorige keer. De ferry vaart nog altijd niet verder dan Hull. De economy cabins zijn voldoende. Het reisplan voor onze tiendaagse auto-/wandelvakantie is klaar, de laatste overnachting op maximum twee uur rijden van Hull. Op den duur raak je geroutineerd.

Geen Edinburgh, maar Jedburgh

Dit jaar slaan we Edinburgh over. Aangezien mijn nichtje de enige is, die het stadje nog niet heeft gezien, lijdt zij de nederlaag van de minderheid. In de plaats krijgt ze Pitlochry op zes uur rijden van Hull. Onderweg pikken we een jong, Oost-Europees koppel lifters op, die in Perth hun vrienden willen vervoegen. Aangezien wij door Perth heen moeten rijden, we toch nog twee vrije plaatsen hebben en we ons een beetje ongerust maken over het lot van die bijna-nog-kinderen in the middle of rough Scotland, nemen we ze mee. Onze uitgebreide middagstop houden we in Jedburgh, een stadje vlak vóór de Schotse grens. Jedburgh heeft niet veel te bieden, maar het is een aangenaam plaatsje om de benen eens te strekken. Die nacht slapen we in Pitlochry.

Overweldigende natuur

De volgende dag doen we Queen’s View aan, een uitkijkpunt van waaruit je een spectaculair uitzicht hebt op een sliert van meren, onder andere Loch Tummel. We bezoeken Blair Castle en zijn tuinen. We hebben ons wandelkaartje nog van onze eerste Schotlandreis en kiezen de Clunie Walk (11,5 km). Dit is een wandeling in de buurt van de eerste Pitlochry-wandeling die we toen gedaan hebben en waar we toen moesten overstappen op een andere route. Wat mij eigenlijk wel gestoord had aan die wandeling, was dat je het geluid van de autoweg beneden nooit kwijtraakte. Tijdens de Clunie Walk, die nochtans veel korter is, is dit helemaal anders. In een mum van tijd zit je volop in de natuur en boven de geluiden van de auto’s. We slapen die nacht opnieuw in Pitlochry.

Oude bekenden

Van Pitlochry gaat het de volgende morgen naar Glen Affric (171 km). We bezoeken Loch Ness en Urquhart Castle, de Cairn of Corrimony, een voorhistorische stenencirkel, en de Falls of Divach. We overnachten in Milton. Op onze tweede dag in deze regio staat er een wandeling van 16 km rond Loch Affric op het programma met als uitschieters Loch Benevean, Benevean Dam, de Dog Falls en Loch Mullardoch. In Glen Cannich rennen de herten ons voorbij. We verblijven een tweede nacht in Milton

Schotland Eas Coul Aulin
Het pad naar Eas Coul Aulin

Guur weertje

Het plan was om vandaag naar Ullapool te rijden, daar overnachting te zoeken en een wandeling te maken door Wester Ross. Het weer is echter zodanig slecht, dat het gevaarlijk zou zijn om zich in deze ijzige regen in de bergen te wagen. We rijden dus verder naar Unapool (150 km). We bezoeken Ardvreck Castle aan Loch Assynt, dat ons voldoende troost biedt. Daarna rijden we naar Eas Coul Aulin, de hoogste (200m) waterval van Groot-Britannië. Om de waterval te bereiken moet je een meer overvaren en dan wandelen. Er varen twee boten per dag: om 10 uur en om 14 uur. Je kan je om 10 uur laten afzetten, naar de waterval wandelen en je dan weer laten oppikken door de boot van 14 uur. Aangezien het al middag is, blijven we dus op de boot. Het regent de hele dag. De schipper maakt ons attent op de zeehonden en de vogels. Op de terugweg mogen we zelf het roer in handen nemen. Na onze boottocht pauzeren we nog even aan de Falls of Measach en vinden een bed and breakfast in Lairg.

Het uiterste noorden van Schotland

Toen we op onze vorige reis het noodlottige telefoontje kregen, waren we net op weg naar het noordelijkste punt van Schotland. Dit jaar pikken we onze tocht naar de noordkust terug op. We rijden een ruïne van een huisje voorbij op weg naar het noorden tussen Altnaharra en Allnabad. Details als deze geven die extra, verfijnde toets aan het Schotse landschap. We volgen de route rond de Kyle of Tongue en bezoeken Varrich Castle in Tongue. Aan de noordkust doen we Stratty Point en Dunnet Head aan. Het berglandschap van de Highlands vervlakt aan het hoofdeinde van de Schotse kaart en duikt dan klifsgewijs de zee in. Het landschap blijft echter even ruw en desolaat. Het is nog steeds regenachtig. We slapen in John O’ Groats.

Nog meer noorden

Onze verkenning van het noorden gaat verder langs Duncansby Head, een kaap, en de Stacks of Duncansby, puntige rotsen in de zee. Het krioelt er van de vogels. Vervolgens gaan we op zoek naar Sinclair’s Castle in Wick. Het is nogal moeilijk te vinden, want het staat nergens aangegeven. Vanuit het centrum van Wick volg je Willowbank richting Papigoe. In Staxigoe links afslaan naar Noss Head. Bij de splitsing de rechter aftakking volgen. Uiteindelijk zie je het kasteel aan het water, dicht bij de vuurtoren liggen. Het laatste stuk moet je te voet afleggen, dwars door de velden. Het kasteel staat op een klif, die als fundering dienst doet, in een heel woeste omgeving. De mooie oude stenen waaruit het kasteel is opgetrokken, gaan bijna in het landschap op. Daarna rijden we langs Dunrobin Castle, het witte kasteel in baroniestijl in Golspie, en overnachten we in Garve.

Wester Ross

We hebben een prachtige wandeling in Wester Ross (An Teallach) in het verschiet. De ijzige regen, die gevangen zat tussen de bergen, is verdwenen. We zullen deze reis slechts vier wandelingen gedaan hebben, waarvoor we een volledige of op zijn minst halve dag moeten uittrekken, maar het zijn alle vier toppers. Op geen enkele tocht hebben we droge voeten gehouden. Door de regenval zwellen de riviertjes, die je vaak moet oversteken, en dat kan al eens voor een ongelukje zorgen. De keien die je uitkiest om van steen naar steen te huppelen, zijn mossig en glad. Bovendien is de heidegrond tussen de rotsen een volgezogen spons. Op den duur laten je wandelschoenen het vocht toch door. Dit jaar vinden we zonder problemen een slaapplaats in Ullapool.

Schotland Applecross
Strandje nabij Applecross

De Highlands zijn slechts schaars voorzien van wegen. Gelukkig maar! Dat betekent natuurlijk ook dat je vaak dezelfde weg neemt om op je bestemming te geraken. Die morgen rijden dus voor de derde keer van Ullapool naar Dornie langs de westkust, met name de Scenic Route via Applecross. Eilean Donan Castle bezoeken we dit keer niet meer, het is trouwens ook al te laat als we aankomen. We volgen een beetje verder een bordje “panoramic view” en worden inderdaad beloond met een mooi uitzicht over Loch Duich. We slapen in Ardelve.

Falls of Glomach

Vorige keer hebben we het onszelf beloofd en nu zal het ervan komen: een wandeling naar de Falls of Glomach. Dit keer hebben we ons goed voorbereid, alhoewel we al van in het begin onze iets te summiere kaart verkeerd aan het lezen zijn. Gelukkig maken andere wandelaars er ons op attent dat we ons niet bevinden, waar we denken te zijn. Uiteindelijk komen onze padvinderscapaciteiten dan toch naar boven en kunnen we ons avontuur nog bijsturen. We benaderen de waterval van de andere kant. De tocht is 16 km lang vanuit Morvich. De wandeling op zich is al de moeite waard. De lucht is bewolkt, maar giet gelukkig geen onaangename verrassingen over ons uit.

Ons einddoel is de 100 meter hoge waterval, Falls of Glomach. Telkens we weer over een heuvelrug heen zijn en er zich weer een nieuw panorama voor ons uitstrekt, verwachten we de waterval in de verte toch eens van tussen de rotsen te zien komen. Maar telkens weer: geen waterval. De tocht is afmattend en geen waterval te zien, nog niet in de verste verte. Totdat plots het riviertje, dat we het laatste uur zijn gevolgd, de diepte induikt. We staan op de kop van de Falls of Glomach! De waterval is geen 100 meter hoog, maar 100 meter diep! Om een beter zicht op de waterval te krijgen kan je nog een zijpaadje naar beneden volgen. Het is prachtig! Inspanning beloond. Die nacht brengen we door in Ault-a-Chrinn.

Orgelpunt van onze Schotlandreis

Onze reis is bijna ten einde. Morgenavond moeten we vóór 17 uur in Hull zijn. We hebben een autorit van meer dan acht uur voor de boeg, dus veel bezienswaardigheden hebben we vandaag niet in petto. Na zeven uur rijden, zoeken we een slaapplaats in Darlington. De volgende dag komt er op één uur rijden van Hull nog een toemaatje op de reis: Fountains Abbey, de indrukwekkendste kloosterruïne van Engeland. In de namiddag zakken we af naar de ferry. Bij het inschepen wordt er weinig gezegd. Van de Schotse schoonheid word je stil.

door An


0 reacties

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *